U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Velden gemarkeerd met * zijn vereist.

Like, share and repost

GO4ASS

Voor kinderen op Goeree Overflakkee met een Autisme Spectrum Stoornis.

 

Op het moment dat je kind een diagnose in het Autisme Spectrum Centrum krijgt staat je wereld even stil.

Er komen heel veel vragen op je af en eigenlijk heb je geen idee waar je moet beginnen met zoeken.

Deze site is bedoeld om hierin wat duidelijkheid te scheppen en ook om informatie, kennis en ervaring te delen.

Een kind opvoeden met autisme vraagt nogal wat van jou als ouder.

We hebben  elkaar hierbij heel hard nodig; om te leren van elkaar, samen op te komen voor onze kinderen en om te weten dat je niet de enige bent. 

 

Mijn doelstelling is:

Informatievoorziening, deskundigheidsbevordering, lotgenotencontact en kennisvergroting op Goeree Overflakkee

  

Mijn doelgroepen zijn:

Iedereen die meer begrip en inzicht wil krijgen over Autisme Spectrum Stoornis (ASS)

Te denken valt aan:

Gezinsleden, vrienden, familie, klasgenoten of teamgenoten van personen met een autisme spectrum stoornis;

 Leerkrachten, overblijfkrachten, naschoolse opvang en trainers.

 

 

 

Iedere kind (of persoon) met autisme is anders.

 

Je wordt met autisme geboren, autisme is een aangeboren stoornis die zich kenmerkt door een afwijkende sociaal-emotionele ontwikkeling en een gebrekkige ontwikkeling in taal en communicatieve vaardigheden. Een kind met autisme volgt meestal niet het standaard ontwikkelingspatroon. 

Het is vaak vermoeiend om een autistisch kind op te voeden. Je kind raakt al overstuur bij dingen waar je zelf nog niet bij had stilgestaan. Ook is het een dagelijkse strijd om (nieuwe) vaardigheden aan te leren. Soms lijkt het wel of je kind gewoonweg niet wil! 

Niets is echter minder waar. Een autistisch kind wil vaak wel, maar kan simpelweg niet. Het zit zichzelf in de weg. Doordat het zich niet zo lang kan concentreren, omdat iets anders gaat als normaal, of omdat iets nieuw of angstaanjagend is. 

Helaas kan een kind niet van zijn autisme genezen worden. Wel kan het vaardigheden leren waardoor het zich staande kan houden in zijn eigen (sociale) omgeving. Daaraan kun je als ouders een grote bijdrage leveren. 

Ouders en andere naasten zijn belangrijk bij het leren omgaan met autisme en het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en volwassenen met autisme. Onder de juiste omstandigheden kan ontwikkeling tot ver in de volwassenheid plaatsvinden.  

Kinderen met autisme kunnen problemen ervaren op school, sport, hobby’s en allerlei andere activiteiten. Naar mate ze ouder worden ook op het werk en in hun relatie of bij de opvoeding van hun kinderen. Deze problemen ontstaan wanneer de  eigenschappen van het kind met autisme in de knoop komen met de heersende normen in de maatschappij. 

Autisme komt voor bij jongens en bij meisjes op alle intelligentieniveaus. Van al de kinderen met autisme die een medische diagnose hebben, heeft 30% een verstandelijke beperking. De grootste groep heeft een normale tot hoge intelligentie. 

De aard en intensiteit van autisme en welke gevolgen dit heeft varieert per kind, gedurende de dag, de omstandigheden en het leven.

 

Het is erg belangrijk dat je als ouder niet overspoeld raakt door de ergernissen die het opvoeden van je kind met zich meebrengt.  

Het komt vaak voor dat ouders van kinderen met autisme merken dat ze het zwaar hebben met de opvoeding van hun kind. De meesten kampen met schuldgevoelens hierover. Je hoeft je daar niet voor te schamen.Een kind met autisme drukt zijn stempel op het hele gezin. 

Het is heel normaal om deze gevoelens te hebben en deze gevoelens zeggen niets over de kwaliteit van jou als ouder. Wel moet je er voor te waken dat deze gevoelens niet de overhand krijgen. Trek op tijd aan de bel.

Probeer erover te praten met je partner, familie/ vrienden en laat weten wanneer het je eventjes te veel is.

  

Hoe herken je autisme bij baby's, peuters en kleuters?

Steeds vaker hoor je dat een kind autistisch is, of ‘een stoornis in het autistisch spectrum’ heeft, of ‘een aan autisme verwante stoornis’. Hoe ziet dat eruit?

Spelende baby

Autisme is een ‘pervasieve ontwikkelingsstoornis’ (in het Engels: een pervasive developmental disorder, afgekort PDD). Of een kind autistisch is, wordt vastgesteld door te kijken naar het gedrag. De officiële criteria voor het stellen van een diagnose zijn vastgelegd in de DSM, het internationale handboek voor psychiaters.

 Contactstoornis

Autisme ziet eruit als een contactstoornis. Het gaat om mensen die op een afwijkende manier omgaan met anderen. Maar waardoor komt dat dan? In het verleden ging men er vanuit dat het aan de opvoeding lag, of dat de moeder van een autistisch kind niet genoeg liefde konden geven. IJskastmoeders werden ze destijds genoemd.

 Neurobiologische stoornis

Inmiddels gaat men ervan uit dat het gaat om een neurobiologische stoornis. Naar de oorzaken van autisme wordt nog gezocht. Sommigen zoeken het in de genen, anderen in de omstandigheid in de baarmoeder of kort na de geboorte. Beide aspecten lijken een rol te spelen.

Hoe eerder hoe beter

Tot nu toe werd pas een diagnose gesteld als het kind op de basisschool zit. Maar waarschijnlijk kan het in de toekomst veel eerder gebeuren. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de meeste ouders eigenlijk al ongerust waren toen het kind 18 maanden oud was. Rond 18 maanden blijken autistische kinderen eerder een teruggang dan een vooruitgang in de ontwikkeling te laten zien, iets wat overigens ook op epilepsie of op het Rett Syndroom kan wijzen. Hoe eerder een diagnose gesteld kan worden, hoe beter het is voor de ontwikkeling van het kind en de begeleiding van ouders. Het is dan ook belangrijk dat ouders die hun zorgen op het consultatiebureau uiten, serieus genomen worden.

Vroege signalen

De meeste ouders worden pas bezorgd na de eerste verjaardag van hun kind. Dan worden immers de verschillen met andere baby’s opvallender. Als ouders aan de bel trekken wanneer hun kind al 2 jaar is, dan zou dat kindje altijd onderzocht moeten worden. Want meestal is er dan ook echt iets aan de hand.

Videobeelden

Toch kun je het al eerder zien, want uit de bestudering van videobeelden uit het eerste jaar blijkt dat er ook heel vroege signalen waren:

  • geen ‘sociale glimlach’ (die begint meestal bij 6 weken);
  • weinig sociale interactie
  • weinig interesse in andere mensen, terugtrekkend gedrag
  • weinig oogcontact
  • weinig variatie in gezichtsuitdrukkingen

Gebrekkige sociale ontwikkeling

Een gebrekkige sociale ontwikkeling uit zich onder andere in een gebrekkige taalontwikkeling. Dat er iets mis is, weet je vaak pas echt zeker na de eerste verjaardag, als je kind niet zo gaat praten als een ander kind. Ouders vermoeden vaak al wel iets: hun kindje reageerde altijd al slecht op het horen van de eigen naam en het lijkt alsof hij als baby ook niet echt begreep wat er gezegd werd. Meestal worden de vroege zorgen van ouders weggewuifd met geruststellingen als “Hij is gewoon een later prater”, of: “Kinderen verschillen enorm in hun tempo van ontwikkeling”.

Toch blijkt uit recent onderzoek dat de volgende signalen terecht redenen tot zorg kunnen zijn:

  • weinig brabbelen (1e jaar);
  • niet of nauwelijks wijzen, en geen gebaren maken (1e jaar);
  • nog geen losse woordjes zeggen bij 1½ jaar (normaal beginnen dan de eerste tweewoord-zinnen);
  • nog geen twee-woordzinnen maken als het kind 2 jaar is.

Daarnaast hebben autistische baby’s meestal weinig zin om dit soort dingen te doen (die normale baby’s meestal wél graag doen):

  • mama nadoen;
  • in de handjes klappen;
  • samen vrolijk doen;
  • kijken naar andere kinderen.

Een ander signaal kan zijn: een zekere overgevoeligheid voor geluid of aanrakingen en een slechte reactie op veranderingen. Soms zie je dat een kind ook agressief gedrag ontwikkelt, zoals bijten en slaan.

Bekend is ook het verschijnsel dat een autistisch kind steeds dezelfde handelingen herhaalt, zoals autootjes (of andere dingen) op een rij zetten, of alsmaar een lichtknopje aan en uit doen. We noemen dat ‘stereotiep gedrag’.

Syndroom van Asperger

Elk autistisch kind is weer anders. Bovendien zijn er vormen van autisme die niet zo vroeg te zien zijn, zoals het syndroom van Asperger. Daarbij gaat om het kinderen die meer dan gemiddeld intelligent zijn, problemen hebben in het contact met anderen, afwijkend en eenzijdig gedrag vertonen, en vaak een andere of verstoorde taalontwikkeling hebben.

Kinderen met Asperger zijn niet opvallend anders in hun babytijd, maar geven pas echt reden tot bezorgdheid tegen de tijd dat ze naar school gaan. Vaak zijn ze heel taalvaardig en intelligent, waardoor het doorgaans moeilijk is om te begrijpen wat er aan de hand is.

Ook voor Asperger zijn er signalen die ouders en leerkrachten aan het denken moeten zetten:

  • het kind spreekt niet of nauwelijks, of heeft een vreemde spraak (met name de spreektoon is vreemd);
  • het kind herhaalt klanken of doet ze na;
  • het kind verwijst naar zichzelf als ‘jij’, ‘zij’ (of ‘hij’). Dit is normaal gedrag tot een jaar of 3, maar daarna niet meer;
  • het kind heeft een opvallend woordgebruik (niet passend bij de leeftijd of de situatie);
  • het kind is niet in staat om echt een gesprek te voeren, spreekt niet vloeiend in alle situaties, of kan alleen over een zelf gekozen onderwerp goed praten;
  • het kind kan niet goed met andere kinderen samen spelen (let op: dit is normaal tot en met de peutertijd en vaak ook nog de kleutertijd. Pas daarna is het minder normaal);
  • het kind lijkt niet te begrijpen wat de normen in de klas zijn. (Hij of zij uit openlijk kritiek op de leraar, wil niet meedoen met groepsspelletjes, is niet gevoelig voor gedragscodes);
  • het kind is snel van slag door sociale of andere gebeurtenissen;
  • het kind heeft een onevenwichtige verhouding met volwassenen (te intens, of juist moeite om een relatie aan te gaan);
  • het kind vertoont heftige reacties op inbreuk van de persoonlijke ruimte, verzet zich heftig tegen aansporingen (zoals opschieten).

Leerproblemen en gedragsproblemen

Ongeveer 75% van de autistische kinderen krijgt leerproblemen. En als er leerproblemen zijn, is er ook een verhoogd risico op gedragsproblemen. Vooral de intelligentere kinderen lopen een risico: ze hebben vaker dan normaal ADHD (attention deficit hyperactivity disorder oftewel een aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit) of ze lijden aan depressie of een angststoornis.

Kinderen met een gemiddeld tot hoge intelligentie en een goede taalvaardigheid redden het in de maatschappij gemakkelijker dan andere kinderen met een autistische stoornis. Dat betekent in dat het onderwijs aan deze kinderen zich vooral op de communicatieve aspecten zou moeten richten.

Als het kind zich goed kan uitdrukken, dus als hij op een sociaal aanvaardbare manier kan communiceren in verschillende situaties (vragen stellen, behoeften en wensen uitdrukken), dan kan dat leiden tot een grotere zelfstandigheid en een hogere kwaliteit van leven.

 Hoe eerder hoe beter

Van autisme kun je niet genezen, maar hoe eerder de diagnose gesteld kan worden, hoe beter het is. Zowel voor het kind als voor de ouders. Dan weet je immers waar je rekening mee moet houden. Daarvoor is het echter wel nodig dat artsen de vroege zorgen van ouders serieus nemen.

 

bron: www.ggznieuws.nl

Toxische stress & traumagerelateerd gedrag

Bij een bepaalde groep kinderen zien we helaas regelmatig ernstige signalen van toxische stress en traumagerelateerd gedrag. Vaak lopen deze kinderen vast in het onderwijs en zakken mede hierdoor af in niveau, motivatie en gedrag. Dit kan zulke extreme vormen aannemen dat een kind depressief wordt en/of heftige (internaliserende en/of externaliserende)  ‘gedragsproblemen’ gaat vertonen.


Ik zal hier trachten in het kort een beetje uitleg te geven over de neurobiologie achter dit ‘gedrag’.

Bij een kind dat gedurende langere tijd in bijna constante staat van stress verkeert kan de ontwikkeling van het brein anders verlopen dan bij andere kinderen.  In tijden van stress brengen stresshormonen (adrenaline, noradrenaline en cortisol) je lichaam in staat van paraatheid.  Dit is nodig zodat je, wanneer er gevaar dreigt,  snel tot actie kan komen.  Stress heeft dus ook zeker een functie. Als kinderen echter voortdurend in een stressvolle omgeving leven, wordt hun stress systeem hyperactief en reageert het sneller dan bij kinderen die zich veilig en prettig voelen. Denk hierbij  dus zeker ook aan hoogbegaafde kinderen die voortdurend niet ‘gezien’ en begrepen worden op school, afgekeurd om hun intensiteiten en vrijwel consequent worden afgeremd in hun cognitieve ontwikkeling. Er ontstaat als het ware een ‘ontwikkelingstrauma’.

Een van de dingen die in de knel komen is de ontwikkeling van de zelfregulatie. Dit wordt door de buitenwereld vaak gezien en bestempeld als ‘onaangepast- of probleemgedrag’ en kan behoorlijk heftige vormen aannemen tot complete ‘meltdowns’ aan toe.. Zij zitten eigenlijk voortdurend aan de grenzen van hun ‘window of tolerance’.  Vergelijk dit met de spreekwoordelijke emmer die voortdurend tot de rand toe gevuld zit en dus bij elke extra druppel onmiddellijk kan overlopen.  Het kan ook zijn dat kinderen dit juist naar binnen keren waardoor er bijvoorbeeld, tic’s, dwangneuroses, depressies en angststoornissen kunnen ontstaan. Vaak zien we zelfs een combinatie van zowel de internaliserende en externaliserende symptomen tegelijkertijd. 

Hoe komt dit nou? Normaliter als er iets voorvalt wat ons bijvoorbeeld  boos maakt , kunnen wij doorgaans toch even  ‘nadenken’ over hoe wij hierop gaan reageren..  We slaan er (meestal gelukkig) niet direct op los en zijn  in staat emoties zo te reguleren dat we op een sociaal aangepaste manier ons ongenoegen kunnen uiten.

Dit komt omdat wij reageren vanuit onze neocortex (mensenbrein) waar het cognitief beredeneren en logisch denken vandaan komt. Dit noemen we ook wel het ‘langzame’ brein.  Wat we echter zien bij mensen/kinderen met toxische stress is dat dit signaal naar die neocortex er simpelweg niet doorheen komt. Het limbisch systeem (met als kern de amygdala) is als het ware overactief en dit maakt dat een kind heel snel in de ‘fight, flight or freeze ‘ modus komt waarbij het simpelweg niet meer in staat is om het gedrag te reguleren. Het reageert dan nl vanuit het zgn ‘reptielenbrein’ wat gestuurd wordt vanuit reflex en niet vanuit cognitie (dit brein is veel sneller dan het mensenbrein).

Door de overactieve stresshormonen zullen het brein, en ook het lichaam van het kind, dus ook in een directe ‘staat van paraatheid’ komen. Ook als er niet daadwerkelijk sprake is van gevaar..
De amygdala geeft dus  een signaal af aan het ‘reptielenbrein’ en het kind vertoond hierop een reflectieve respons..

Wanneer je dit snapt begrijp je ook waarom de meeste reactieve en gedragsregulerende interventies zo weinig effect hebben.. Dit is vaak gericht op symptoom bestrijding ipv op het aanpakken van de oorzaak van de stress.. 

 

Wat zien wij in het gedrag? Zoals ik eerder al noemde zien we meestal een fight-flight or freezemodus ontstaan. Ik zal  hieronder even heel kort beschrijven wat je hierbij mogelijk waarneemt: 

Fightmodus: 

Boos zijn, schreeuwen, schelden, slaan, schoppen, gooien etc

Flightmodus:

Rent weg, verstopt, mijdt oogcontact, hoofd op armen op tafel etc

Freezemodus:

Actief;

kind is gelaten, laat het over zich heen komen maar hartslag en ademhaling wel verhoogd (hyperventilatie, paniekaanvallen)

Passief;

Shutdown, kind naar binnen gericht, moeilijk te bereiken, hartslag en ademhaling verlaagd (dissociatie)

 

Het is in het geval van toxische stress zinvol om goed te gaan bekijken wat er echt aan ten grondslag ligt en allereerst te zorgen dat de oorzaken van de stress worden aangevlogen. Dit kan dan dan samengaan met de concrete uitleg voor een kind (psycho-educatie) wat er nu eigenlijk gebeurt in zijn/haar lijf en vanuit hier kan er gekeken worden welke verdere hulp en interventies er nodig zijn om het kind het beste verder te helpen. Dit is echter altijd maatwerk en een eenduidige ‘one size fits all’ oplossing bestaat niet. Vaak is het een combinatie van verschillende interventies gericht op dat kind, in die specifieke situatie.. 

Window of tolerance

(klik op de link)

 

https://www.youtube.com/watch?v=Wcm-1FBrDvU&feature=youtu.be

Bron: www.hblinq.nl 

Team Jeugd en Gezin (JOT)

Het Team Jeugd en Gezin (afgekort: JOT) is er voor alle ouders, jeugdigen en professionals op Goeree-Overflakkee die vragen hebben over opgroeien en opvoeden van jeugdigen van 0 tot 18 jaar.

Het JOT bestaat uit zestien gezinscoaches (met ondersteunend personeel) met diverse achtergronden zoals kinder- en jeugdpsychiatrie, (ortho-)pedagogiek en de zorg voor kinderen met een beperking.

Het JOT biedt passende hulp,  van een enkel adviesgesprek tot intensieve begeleiding. Indien nodig wordt samengewerkt met anderen uit de sociale omgeving van uw kind, zoals school, peuterspeelzalen, consultatiebureau, jeugdarts, eigen sociaal netwerk etc.

Contact

Het JOT is telefonisch te bereiken tussen 09.00 en 17.00 uur;

  • via het algemene telefoonnummer van de gemeente Goeree-Overflakkee: 14 0187.
  • u kunt ook een e-mail sturen naar jotgo@goeree-overflakkee.nl.

Het bezoekadres van het JOT is: De Dillenburg, Juliana van Stolberglaan 19, 3241 GL Middelharnis.

  • + Hoe werkt het?

    Heeft u vragen rondom het opgroeien en de opvoeding van uw kind(eren) en komt u er alleen of samen niet meer uit, dan kan het JOT u  ondersteunen.  Het JOT kan op uw verzoek hulp bieden en  professionals kunnen in overleg met u een vooraanmelding doen. Het JOT zal in dat geval contact met u zoeken.  Als uw kind hulp nodig heeft, moet de gemeente die altijd geven.

    In een gesprek bij u thuis of op kantoor bekijkt u samen met een medewerker van het JOT welke ondersteuning nodig is en het beste bij u past. 

    Dit kan hulp zijn direct geboden door het JOT en dit kan ook specifieke hulp zijn;  jeugd- en gezinsbegeleiding, dyslexie, jeugd GGz, persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf van het kind buiten het gezin. In bepaalde gevallen kunt u een persoonsgebonden budget (PGB) krijgen. U kunt de noodzakelijke hulp dan zelf inkopen bij de instelling van uw keuze.  Voor de specifieke hulp kunt u samen met de gezinscoach een aanvraag indienen bij de gemeente. De gemeente neem een besluit over de gevraagde hulp, gebaseerd op het advies van het JOT. 

  • + Wat moet ik doen?

    • U neemt contact op met het Team Jeugd en Gezin (JOT) via het algemene telefoonnummer 14 0187, of  - bij voorkeur - door middel van één van beide e-formulieren Aanmelding jeugdige (zie onderdeel e-formulieren hieronder). Er is ook een PDF-formulier beschikbaar onder het onderdeel PDF-formulieren. Zorg dat u op deze formulieren duidelijk aangeeft dat het om een aanvraag gaat!
    • Het JOT bespreekt met u de aanmelding en legt dit vast. (vraag hier schriftelijk om)
    • U wordt uitgenodigd voor een intakegesprek.
    • Tijdens het intakegesprek wordt met u overlegd welke zorg bij u past.
    • Het JOT biedt de zorg direct zelf, of dient (als dat nodig is) namens u een aanvraag in bij de gemeente voor specifieke hulp.
    • De gemeente kent zorg toe, waarvan u bericht ontvangt.
  • + Hoe lang duurt het?

    De hulp door het JOT wordt zo snel mogelijk ingezet. Als u een aanvraag heeft gedaan voor specifieke hulp, dan is het uitgangspunt dat binnen acht weken na ontvangst van de hulpvraag een beslissing wordt genomen.

    Dit is een wettelijk termijn, u hebt de mogelijkheid om als de beschikking niet binnen deze wettelijke termijn rond is de gemeente hiervoor in gebreke te stellen.  

     

    + Extra informatie

  • + E-formulier(en)

  • + Contact

    Heeft u een vraag of een opmerking over dit product, de website of iets anders waar de gemeente een rol in speelt? Neem dan contact op met het Klant Contact Centrum (KCC). Dit kan tijdens kantooruren telefonisch via nummer 14 0187, maar u kunt ook gebruik maken van het contactformulier.

  • + PDF formulier(en)

Het Raadhuis'
 

Zorgaanbod

Diagnostiek

Intelligentieonderzoek

Bij een intelligentieonderzoek, ook wel IQ- test genoemd, wordt gekeken naar de verstandelijke vermogens van een kind. Ook worden de sterke en zwakke punten zijn van een kind duidelijk. Natuurlijk is de test een momentopname en het zegt iets over de situatie van nu, maar er kunnen wel degelijk conclusies aan worden verbonden die het kind in de praktijk direct kunnen helpen met de dingen die hij lastig vindt. Met een testuitslag is het mogelijk gerichte adviezen te geven over de intellectuele mogelijkheden van een kind.

Volledig psychodiagnostisch onderzoek

Binnen het psychodiagnostisch onderzoek vindt er een uitgebreide testafname plaats om hulpvragen te beantwoorden van de ouders over hun kind, of van de school over hun leerling. Het doel is een verklaring te geven voor problemen bij het leren, het gedrag en/of de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook kan het onderzoek inzicht geven in het algemeen persoonlijk functioneren. Middels verschillende onderzoeken kan er iets gezegd worden over een intelligentieniveau, een sterkte-zwakte-profiel, de persoonlijke leerstijl, een beeld van de sociaal-emotionele en psychologische ontwikkeling. Afhankelijk van de hulpvraag en op basis van een eerste screening wordt bekeken welke onderdelen ingezet worden. Uit de bevindingen volgen conclusie, eventuele diagnose, adviezen en behandelingsmogelijkheden. Ook kan een onderzoek de belevings-wereld van een kind verkennen, kijken welke opvoedingsvorm het beste past en waar verborgen problemen liggen. Zo geeft het uitgangspunten voor behandeling, opvoeding, onderwijs en ontwikkeling.

Bij de diagnostiek wordt gebruik gemaakt van, bij voorkeur, wetenschappelijke getoetste testmaterialen in combinatie met huidige theorieën en inzichten over leer-, gedrags- en sociaal-emotionele ontwikkeling.

 

Behandeling

Individuele behandeling

waaronder bijvoorbeeld:

– Bedwing je dwang (CGT programma)

Bedwing je dwang is een individuele cognitief-gedragstherapeutische behandeling voor kinderen en jonge-ren van ongeveer 8 tot ongeveer 18 jaar met een dwangstoornis. Bedwing je dwang is gericht op het stoppen van dwangrituelen en het veranderen van cognities door middel van blootstelling, responsepreventie en cognitieve therapie. De behandeling duurt gemiddeld drie tot vier maanden met wekelijkse sessies van een uur.

– Je bibbers de baas

‘Je bibbers de baas’ heeft als doel het verminderen faalangst bij kinderen (ongeveer 9-12 jaar) uit de bovenbouw van het basisonderwijs, door hen te leren omgaan met hun angst. Hiervoor worden verschillende vaardigheden aangeleerd, zodat het kind kan kiezen welke het beste bij hem past. Door ouders en leerkrachten mee te nemen in dit leer- en veranderproces neemt de effectiviteit van de interventie toe.

– Pak aan

Het doel van Pak aan is om depressieve klachten te verminderen bij kinderen van 9 tot 13 jaar. Pak aan richt zich op het versterken van positieve gevoelens en het verhogen van het aantal plezierige activiteiten. Daarnaast leren kinderen omgaan met alledaagse problemen en het verband te leggen tussen hun gedachten, gevoelens en gedrag.

– Remweg

Het doel van Remweg is tweeërlei. Enerzijds richt het zich op het bevorderen van opvoedingsbekwaamheid van opvoeders (en een positieve beleving van de opvoedingssituatie), anderzijds op een toename van zelfcontrole bij kinderen. De primaire doelgroep van Remweg zijn ouders en professionele opvoeders van kinderen met ADHD. De uiteindelijke doelgroep zijn de kinderen. Het gaat om kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar.

– VRIENDENprogramma

Het VRIENDENprogramma is een behandel- en preventieprogramma voor angst en depressie bij kinderen van 4 tot 16 jaar. Het VRIENDENprogramma:

  • Stimuleert het zelfvertrouwen
  • Versterkt de emotionele veerkracht en
  • Bouwt probleemoplossende vaardigheden op

– Minder boos en opstandig

– Denk goed, voel je goed

Systeemtherapie

Vrijwel iedereen heeft een gezin, familie, vrienden of werk. Dit netwerk van relaties wordt ons sociale systeem genoemd. Bij het ontstaan én het oplossen van veel psychische of psychiatrische klachten, blijkt dit systeem een belangrijke invloed uit te oefenen. Daarom wordt er binnen de systeemtherapie niet alleen aandacht besteed aan de klachten van de persoon zelf, maar is er ook aandacht voor het systeem waarvan de persoon deel uitmaakt. In de gesprekken kan de nadruk liggen op het veranderen van de omgang met elkaar of op het veranderen van de manier waarop tegen het probleem wordt aangekeken. In de therapie kunnen de deelnemers zich bewust worden van onderlinge reacties op elkaar en begrijpen welke invloed zij op anderen hebben. Er is dus veel aandacht voor interactiepatronen.

Vaak wordt er huiswerk afgesproken, bijvoorbeeld om uit te proberen hoe het bevalt om zaken anders te doen dan voorheen. In de afspraak daarna wordt dan teruggekomen op de ervaringen met het huiswerk.

 

Begeleiding

Gezinscaoching

Soms is ‘praten over’ niet voldoende of niet de manier voor een gezin om nieuwe vaardigheden te leren. Gezinscoaching kan dan een uitkomst bieden. Een hulpverlener van M4care gaat met het gezin aan de slag op de plek waar de uitdaging zich voordoet. Het is er op gericht gedrag van verschillende gezinsleden te veranderen met als doel de problemen binnen het gezin te verminderen. Binnen de praktisch pedagogische ondersteuning wordt veel gewerkt met voorbeeldgedrag en het uitproberen van allerlei oplossingen.

Brussen ondersteuning

Wanneer een broer of zus van een kind het anders doet, kan dit ingewikkeld zijn voor dit kind. Soms betekent dit namelijk dat dit kind zich (overmatig) aan moet passen, minder aandacht krijgt of altijd de verstandigste moet zijn. Soms wordt ook gezien dat deze kinderen gedragsproblemen gaan ontwikkelen om ook aandacht te krijgen. In de brussenondersteuning die M4care biedt, is er aandacht voor al deze aspecten. Dit kan individueel, met het gehele gezin of in lotgenotenbijeenkomsten.

Grootouders

Grootouders hebben vaak een rol op afstand, maar dat wil niet zeggen dat de zorgen over hun kleinkind daarom minder zijn. Een kind opvoeden dat het anders doet dan een gemiddeld kind vraagt veel energie en aanpassing voor ouders maar ook de rol van grootouders is vaak anders. Steun vanuit de familie is vaak zeer gewenst. Soms is de steun er niet of juist wel, maar niet helpend. Ouders met een kind dat het anders doet, dan betekent dat grootouders met een kleinkind dat het anders doet. Dit wordt vaak over het hoofd gezien. Waar het ouders niet lukt om hierover met hun ouders in gesprek te gaan dan biedt M4care hier ondersteuning. Dit kan zijn om als expert uit te leggen wat een problematiek voor hun kleinkind maar ook hun kinderen en mogelijk andere kleinkinderen betekent of om praktische adviezen en tips te geven.

Netwerk

Ondersteuning en begrip uit de omgeving is belangrijk voor een gezin; om het vol te houden, om het af en toe uit handen te kunnen geven of voor een luisterend oor. M4care is er van overtuigd dat gezinnen met een steunend netwerk een minder (intensief) beroep doen op professionele hulpverlening. Om duurzame hulp neer te zetten hecht M4care dus belang aan het inschakelen en in beweging krijgen van het netwerk van een gezin (eigen kracht conferenties). Dit kan een familiair maar ook professioneel netwerk (zoals bijvoorbeeld de school of sportclub) zijn. Soms is mobiliseren voldoende, andere keren moet er meer geïnvesteerd worden om het netwerk ook helpend te laten zijn voor een gezin. M4care organiseert deze netwerkbijeenkomsten mèt het gezin zodat zij deze netwerkbijeenkomsten voort kunnen zetten wanneer de hulpverlening is afgesloten.

 

Trainingen

Oudertrainingen

Oudertrainingen zijn intensieve en gestructureerde vormen van opvoedingsondersteuning. Oudertrainingen zijn omvatten meerdere bijeenkomsten. M4care biedt oudertrainingen aan ouders wiens kinderen een soortgelijke aanpak vragen, bijvoorbeeld kinderen met (een vorm van) Autisme of ADHD. Oudertraining dragen bij aan het verminderen van gedragsproblemen bij de kinderen, met name bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Tijdens de training wordt kennis overgedragen, vaardigheden en technieken aangeleerd en een plan opgesteld om de geleerde vaardigheden en technieken ook thuis toe te passen. Naast het aanleren van opvoedvaardigheden en technieken, biedt een training ouders ook inhoudelijke kennis over de werking van de technieken.

Oudertrainingen:

– Oudertraining bij kinderen met (een vorm van) Autisme

– Oudertraining bij kinderen met ADHD

– Oudertraining “Minder boos en opstandig”

– Opvoedingscursus kinderen 4 t/m 12 jaar

Lotgenotenbijeenkomsten met thema/ problematiek

Voor ouders zonder helpend netwerk of ouders die het fijn vinden om met lotgenoten te praten, organiseert M4care lotgenotenbijeenkomsten. Deze kunnen vrij ingevuld worden of plaatsvinden op basis van een thema of problematiek. Het gaat dan om psycho-educatie die los staat van de individuele verhalen van de deelnemende ouders.

Verschillende thema’s:

– Omgaan met agressie

– Kinderen en seksualiteit

– Kinderen en verlies

– Kinderen en spel

 

Voor het onderwijs: Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen

Deze tweedaagse training biedt leerkrachten of andere onderwijsprofessional kennis en handvatten om getraumatiseerde kinderen te ondersteunen.

Maarten komt vaak in conflict met klasgenoten en kan dan heftig reageren. Als zijn leerkracht de ruzies met hem nabespreekt, ziet Maarten zijn eigen aandeel in het conflict niet. Maarten is tien jaar en wordt sinds groep 2 stelselmatig gepest.

Ellen, een zevenjarig meisje, woont bij haar moeder en stiefvader. Haar ouders zijn gescheiden toen zij bijna twee jaar was. Gedurende deze eerste jaren was Ellen getuige van huiselijk geweld tussen haar ouders. Nu is er veel onenigheid over de bezoekregeling. In de klas komt Ellen nauwelijks tot zelfstandig werken. Ze lijkt te onrustig en chaotisch. Het liefst blijft ze in de buurt van de leerkracht, zelfs in de pauzes.

We staan er niet bij stil, maar de invloed van een trauma op de ontwikkeling en het gedrag van een kind is groot. In iedere klas zitten wel een paar kinderen die in hun leven al een opeenstapeling van stressvolle gebeurtenissen hebben meegemaakt. Deze gebeurtenissen zijn heel divers, bijvoorbeeld het meemaken van een vechtscheiding, gepest worden, armoede, (huiselijk) geweld, verwaarlozing of het slachtoffer zijn van geestelijke of lichamelijke mishandeling. Daarnaast kan ook gedacht worden aan kinderen die zijn gevlucht uit een oorlogsgebied. Dergelijke gebeurtenissen kunnen kinderen ernstig beschadigen.

Deze opleiding gaat over lesgeven aan kinderen zoals Maarten en Ellen. Kinderen die in de klas onderpresteren, veel aandacht vragen of zich juist terugtrekken. Het zijn leerlingen waar je moeite mee hebt, die bezorgdheid, machteloosheid of irritatie oproepen.

School kan voor getraumatiseerde kinderen een plek zijn waar ze zich veilig voelen en waar ze vertrouwen in zichzelf en anderen ontwikkelen. De training bied je inzicht hoe traumasensitief lesgeven kan bijdragen aan het welzijn en de ontwikkeling van kinderen en bied handvatten. Hiermee maak je als leerkracht een groot verschil in het leven van getraumatiseerde kinderen, terwijl je daarnaast zelf minder snel uitgeput raakt. 

 

Coaching professionals

Naast de zorg die M4care biedt aan kinderen en hun gezinnen willen wij ook een rol innemen in het coachen van professionals, leerkrachten, begeleiders op sportclubs en vrijwilligers. De praktische coaching kan gekoppeld zijn aan een kind en zijn specifieke en individuele problematiek of gericht op problematieken.

Praktische coaching gekoppeld aan een kind

M4care staat voor het betrekken van het gehele netwerk bij de behandeling van een kind en/of gezin. Wanneer een kind naar school of een club gaat zijn daar ook volwassenen betrokken bij het kind. Vaak hebben ook deze professionals behoefte aan handvatten en begeleiding in de omgang met dit kind. En ook het kind heeft er baat bij wanneer een passende aanpak op verschillende gebieden wordt toegepast.

Training/ coaching op problematiek en informatiebijeenkomsten

Wanneer er behoefte is aan training of coaching gericht op een problematiek of stoornis, los van een kind, heeft M4care daar een cursusaanbod in teamverband voor. Daarnaast organiseren wij laagdrempelige informatieochtenden waar iedereen welkom is die graag meer wil weten over een bepaalde problematiek of stoornis. Tijdens deze informatieochtenden wordt de gelegenheid geboden casussen in te brengen, deze worden op een later moment of wanneer mogelijk op dat moment besproken.